urineverlies

stress incontinentie voor urine bij vrouwen


Inhoud
Inleiding

Incontinentie

Oorzaak stress-incontinentie

Behandelingsmogelijkheden

Aanvullend onderzoek voor de operatie

Operatieve behandeling

Complicaties

Herstel

Inleiding

In overleg met uw arts heeft u besloten een operatie te ondergaan ter behandeling van uw incontinentieklachten. In deze folder vindt u algemene informatie over stress-incontinentie (urineverlies bij inspanning). De folder is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen tot wijzigingen aanleiding geven. Dit zal altijd door uw uroloog of gynaecoloog aan u kenbaar worden gemaakt.

Incontinentie

Bij stress incontinentie treedt ongewild urineverlies op ten gevolge van plotselinge drukverhoging in de buik, zoals bij-voorbeeld bij opstaan, bukken, tillen, hoesten, niezen, lachen of sporten. De verhoogde buikdruk (waarbij ook verhoogde druk op de blaas) kan onvoldoende door de sluitspier van de blaas worden opgevangen en ongewild urineverlies is het gevolg.

Naast stress incontinentie zijn er nog andere vormen van urineverlies: Een goede diagnose van het type incontinentie is erg blangrijk voor de behandeling.
1. Urge-(drang)incontinentie, waarbij urineverlies optreedt in samenhang met plotselinge en zeer sterke aandrang (urge) tot urineren.
2. Overloop-incontinentie, waarbij druppelsgewijs urineverlies optreedt uit een overvolle blaas. Meestal treedt dit op ten gevolge van een belemmering in het afvoeren van de urine (b.v. ter hoogte van de plasbuis) of bij een verzwakte blaasspier.

In deze folder wordt verder ingegaan op de oorzaken en behandeling van stress-incontinentie.

Oorzaken stress-incontinentie

Stress-incontinentie gaat vaak gepaard met een verzwakking van de bekkenbodemspieren. Een verzwakking van deze spieren kan ontstaan door overgewicht, na een bevalling of na een buikoperatie. Ook kan, met name na de overgangsjaren, een tekort aan vrouwelijke hormonen (oestrogenen) een verminderde functie van de sluitspieren van de blaas tot gevolg hebben. Daarnaast kan een verzakking van de baarmoeder ongewild urineverlies veroorzaken.

Ga naar top

Behandelingsmogelijkheden

Behandelingsmogelijkheden bij stress-incontinentie zijn:
*
Bekkenbodem training door zelfzorg of onder begeleiding van een (bekken)fysiotherapeut
Stress-incontinentie is vaak het gevolg van een verslapping van de bekkenbodemspieren. Het is mogelijk om deze spieren weer krachtiger te maken. Een fysiotherapeut kan instructies geven voor bekkenbodemoefeningen.
* Hormoontherapie
* Pessarium (baarmoederring)
Bij een aantal vrouwen wordt met een pessarium het urine verlies probleem opgelost.
* Operatieve behandeling
Wanneer de bovengenoemde behandelingen voor u niet geschikt zijn of niet het gewenste resultaat hebben gehad, is een operatieve correctie een goed alternatief.
Het doel van de operatie is met name de klachten ten gevolge van stress-incontinentie te verhelpen.

Aanvullend onderzoek voor de operatie

Aan de hand van uw klachtenpatroon, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek bepaalt de specialist de meest geschikte operatietechniek. Aanvullend onderzoek bestaat uit een urodynamisch onderzoek en een cystoscopie. Deze twee onderzoeken zijn noodzakelijk om afwijkingen aan blaas en urinewegen uit te sluiten. Dit is van belang voor de te kiezen operatietechniek. Meer informatie over bovengenoemde onderzoeken kunt u lezen in de folder "Urodynamisch onderzoek" en de folder "Cystoscopie".

Ga naar top

Operatieve behandeling

Operatieve behandeling van stress-incontinentie is gebaseerd op herstel van de positie van de blaas en de overgang van de blaas naar de plasbuis. Deze nieuwe positie heeft tot gevolg dat bij drukverhoging (persen, hoesten, niezen, tillen etc.) geen urineverlies optreedt. Er zijn meerdere operatie technieken waarvan de twee meestvoorkomende worden beschreven:

1. Operatie middels een kunststofbandje (o.a. TOT of TVT). Via de vagina voorwand wordt een bandje U-vormig om de plasbuis geplaatst onder (plaatselijke) verdoving. Meestal via een kortdurende opname. TOT suspensie

2. Operatie via een onderbuikssnede waarbij de vagina voorwand met hechtingen achter het schaambeen wordt vastgehecht om de plasbuis op te tillen. Deze operatie (Burch plastiek) geschied vaak onder narcose en opname duurt 5-8 dagen. Tijdens de operatie wordt een draintje voor het afvoeren van wondvocht achtergelaten. Dit draintje blijft ongeveer 2 dagen zitten. Gedurende 1 tot 5 dagen na de operatie heeft u een catheter (slangetje) in de blaas om het wondgebied tot rust te laten komen en genezing te bevorderen. De urine gaat rechtstreeks via deze catheter naar een urine-opvangzak. Soms wordt als voorzorgsmaatregel tijdens de operatie een catheter in de blaas achtergelaten die via de buikhuid naar buiten komt (suprapubische catheter). In dat geval blijft plassen langs normale weg mogelijk. Indien er urine in de blaas achterblijft kan de blaas via deze catheter worden geledigd. Indien het plassen goed gaat en er niet te veel urine in de blaas achterblijft, mag u gewoonlijk naar huis.

Complicaties

Direct na de operatie kunt u pijn hebben in het operatiegebied. Deze pijn kan met medicijnen worden bestreden.

Er kan een blauwverkleuring door een bloeduitstorting ontstaan ter plaatse van het litteken. Dit verdwijnt weer na 7 - 10 dagen.

Soms treedt een urineweginfectie op. Dit kan met antibiotica behandeld worden.

In 5 - 10% verergeren of ontstaan urge klachten.

Soms treed infectie of erosie van het kunststof (TOT) bandje op.

Het kan voorkomen dat het spontane plassen na het verwijderen van de blaaskatheter niet meteen op gang komt. Dit komt omdat de blaas zich moet aanpassen aan de nieuwe situatie. In bijna alle gevallen komt na enige tijd het plassen alsnog spontaan

Herstel

Het is raadzaam om gedurende 6 weken na de operatie niet zwaar te tillen of activiteiten te verrichten die gepaard gaan met een sterke drukverhoging in de buik (zoals sporten, snel opstaan, tillen e.d.). Rustig zwemmen is toegestaan vanaf 2 weken na ontslag. Na ongeveer 2 weken kunt u beginnen met licht werk. U moet wel voldoende rust houden. De daarop volgende weken mag u geleidelijk aan meer gaan doen. Ongeveer 6 weken na de operatie moet u in staan zijn uw normale werkzaamheden weer te hervatten. Ten aanzien van de seksualiteit wordt in de regel het advies gegeven met geslachtsgemeenschap te wachten tot ongeveer 6 weken na de operatie.

Ga naar top


home www.uro.nl  - disclaimer  - copyright 1999-2016